SNIPS' VAULT:
INDEX
CONSPIRACY
NONDUALITEIT
SNIPS' AUTOLYSE
WEBLOG
SNIPPETS
SNIPS' WERELD
AUTOLYSE
IN DE ZANDBAK
FRITS SNIPS
DONEREN?

Pagina Verversen
VOOR NIEUWS EN MEER INFORMATIE! GA NAAR: WWW.SNIPS.NL

 FRITS SNIPS
Voortschrijdende realisatie en het nut
van verder onderzoek
  (23-10-2020)


Horen of lezen dat dit alles een soort van droom is en het geloven of voor waar aannemen van die informatie, is iets compleet anders dan je daadwerkelijk realiseren dat dit alles een soort van droom is. Het is vergelijkbaar met het verschil tussen weten dat je ooit dood zal gaan en je realiseren dat je nu dood gaat.

Laat ik beginnen met te zeggen dat het helaas weer een heel lang verhaal is geworden. Ik doe altijd mijn best om het kort te houden, maar soms, zoals nu, lukt dat niet niet. Ik heb helaas veel woorden nodig om het zo duidelijk en correct mogelijk te verwoorden. Het is niet anders.

Toen ik mij voor het eerst realiseerde dat dit alles een soort van droom is, leverde dit mij in eerste instantie een fikse opluchting op. De realisatie dat dit een droom was en niet waar, gaf mij de ruimte om eindelijk een beetje relaxt te leven na jaren van boosheid, frustratie en depressies over de stupiditeit van dit leven en de waanzin die ik om mij heen zag. Opeens begreep ik waarom dat zo was.

De werkelijke implicatie van de realisatie dat dit alles een soort van droom is, gaat veel verder dan de in eerste instantie ervaren opluchting. Ik ging steeds duidelijker zien — en vooral ook direct ervaren — dat dit leven dat ik leid niet werkelijk plaatsvindt en dat de ‘ik’ die dit leven leidt niet werkelijk bestaat.

Waar ik na de eerste realisatie nog steeds een enigszins bestaande entiteit in een enigszins bestaande droomwereld was, blijkt het fysieke van die enigszins bestaande entiteit geleidelijk aan op te lossen. De realisatie die volgt op de realisatie dat dit alles een soort van droom is, is de realisatie dat deze wereld letterlijk niets is en er letterlijk nooit iets is gebeurd.

De tweede realisatie is een geleidelijke realisatie die voortkomt uit voortgaand onderzoek na de eerste realisatie. Veel mensen stoppen na die eerste realisatie waarin gezien wordt dat dit alles een droom is, terwijl de werkelijke waarde van die realisatie pas ervaren kan worden wanneer na verder onderzoek wordt gezien en direct wordt ervaren wat het werkelijk betekent.

Arthur Conan Doyle liet zijn Sherlock Holmes het volgende zeggen:
“Als je alles wat onmogelijk is hebt geëlimineerd dan moet dat wat overblijft, hoe onwaarschijnlijk ook, de waarheid zijn.”
Op die manier ben ik aan de slag gegaan na de eerste realisatie dat dit alles een droom is. Ik ben me gaan afvragen wat ‘dit alles’ dan is; hoever strekt ‘dit alles’ en zijn er uitzonderingen op. Ik ben alles gaan onderzoeken op ‘niet droom zijn’ en elimineerde alles wat ik niet als zijnde ‘niet droom’ kon bewijzen… en wat overbleef, hoe onwaarschijnlijk ook, moest dan de waarheid zijn.

Na de eerste realisatie bevond ik me nog in de droom en ervoer ik die droom als een werkelijke realiteit. Oké, het was niet waar, maar het voelde waar en ‘ik’ ervoer het als waar. Dit noemt men ‘ontwaakt zijn in de droom’ en is te vergelijken met lucide zijn in een droom tijdens onze nachtelijke dromen.

De tweede realisatie gaat verder. Na het vaststellen van het onontkoombare resultaat van mijn onderzoek, dat letterlijk alles valt onder de noemer ‘droom’ en er dus niets niet die droom is, begon het geleidelijk te dagen dat letterlijk niets in dit leven, op deze aarde, in dit universum waar is.

Ik wist dit al, ik had het gehoord en gelezen, ik had het voor waar aangenomen, maar hoe verder ik het onderzocht, hoe meer het daadwerkelijk een directe ervaring werd en daarmee een steeds volledigere realisatie.

Deze realisatie, uitgedrukt in woorden die het niet kunnen beschrijven, geeft aan dat mijn leven een droom is die al voorbij is. En ja, ook dit wist ik al, van horen en lezen, door dit aangenomen te hebben als waarheid, maar zoals ik al zei in het begin, dit werkelijk realiseren gaat veel verder en heeft zoveel meer impact.

Ik ga het proberen te verwoorden:

Mijn realisatie geeft aan, dat binnen mijn realiteit — de droom over mijn leven — ‘ik’ als zijnde de held van die droom de enige constante ben. Binnen deze droom ben ‘ik/de held’ de enige die schijnbaar is, ook al is ook die ‘ik/de held’ gedroomd.

‘Ik/de held’ is het personage waarmee ‘het iets’ waarbinnen de droom verschijnt, zich schijnbaar identificeert binnen deze specifieke droom waarin ‘Frits’ de held is. Alles om ‘ik/de held’ heen is een gedroomde en dus verzonnen constructie welke nodig is om het verhaal van de gedroomde ‘ik/de held’ te verzinnen, te vertellen en te ervaren.

Het is belangrijk om te begrijpen dat ik het heb over ‘deze specifieke droom waarin ‘Frits’ de held is’, omdat er — zo is mijn ervaring — ontelbaar veel specifieke dromen gaande lijken te zijn waarin ontelbaar veel ‘personages’ de held spelen, en al die ontelbaar veel dromen vinden allemaal tegelijk, simultaan, op hetzelfde moment, nu plaats.

Al die ontelbaar veel dromen vinden niet alleen allemaal tegelijk plaats, ze zijn ook allemaal tegelijk geëindigd op het moment dat ze leken te beginnen. Zoals een nachtelijk droom binnen deze droom — wanneer ‘ik/de held’ schijnbaar slaapt — een heel leven kan uitbeelden, terwijl er ‘in real time’ slechts een paar minuten zijn verstreken, zo lijk ik inmiddels 55 jaar geleefd te hebben terwijl er ‘in real time’ geen tijd is verstreken.

Wat mijn realisatie ook heel duidelijk begint aan te geven, in de zin dat het werkelijk tot ‘mij’ doordringt, is dat ‘ik/Frits/de held’ niet degene ben die aan het dromen is. Dit leven van mij is niet mijn droom. Ik heb er niets over te zeggen, ik heb het niet verzonnen en ik kan er niets aan veranderen.

Het was niet mijn idee — ik als ‘ik/Frits/de held’ — om op mijn 55ste te belanden in een gestoorde wereld waarin iedereen het slachtoffer is geworden van een wel of niet dodelijk virus, met alle gevolgen van dien, omdat ik niet degene ben die droomt. Ik ben degene die gedroomd wordt en alles om mij heen is een gedroomde constructie, inclusief iedereen die ik ken en ontmoet, inclusief alles wat er gebeurt, inclusief alles!

Dit laatste is weer extreem belangrijk, omdat er bij ‘ik/de held’ binnen de droom het idee bestaat dat er iemand is die dit leest en denkt “ik ben ook in die gestoorde Corono-wereld beland!” — terwijl dat niet zo is. Die lezer is eveneens onderdeel van die gedroomde constructie. In werkelijkheid is hier in deze droomstaat helemaal niemand anders dan die ‘ik/de held’ en er is niemand anders die deze droomstaat ervaart.

Het belangrijkste wat mijn realisatie mij — als ‘ik/Frits/de held’ — laat zien, is dat dit alles al voorbij was op het moment dat het schijnbaar leek te beginnen. Wat ik als ‘ik/Frits/de held’ ervaar is een droom, die binnen de tijdloosheid van ‘wat is’ begon en ogenblikkelijk voorbij was, maar door het idee van tijd en ruimte dat heerst binnen de realiteit van de droomstaat, zich lijkt uit te strekken over vooralsnog 55 jaar.

Dit houdt overigens niet in dat ‘ik/Frits/de held’ geen interactie meer heeft met alles binnen de droom en niet reageert op alles binnen de droom alsof het echt is. Nee, integendeel. Hij gaat niet stil op de bank zitten omdat het toch allemaal niet waar is, tenzij dat het verhaal van de droom is; wat niet zo blijkt te zijn.

‘Ik/Frits/de held’ doet wat ‘ik/Frits/de held’ doet, tot de droom — die in werkelijkheid al voorbij is — eindigt binnen de gedroomde tijd en ruimte. Het enige verschil is, dat het gedroomde personage zich heeft gerealiseerd dat het een gedroomd personage is, en blijkbaar is dat ook onderdeel van de droom.

Ik geloof niet dat ik het echt begrijp of zelfs ook maar kan begrijpen als het ‘ik/Frits/de held’ personage, maar de realisatie dat het zo is — omdat alles wat onmogelijk is, is geëlimineerd, en wat overbleef wel de waarheid moet zijn — is zo overtuigend dat er geen noodzaak meer bestaat om het mentaal te begrijpen.