SNIPS' VAULT:
INDEX
CONSPIRACY
NONDUALITEIT
SNIPS' AUTOLYSE
WEBLOG
SNIPPETS
SNIPS' WERELD
AUTOLYSE
IN DE ZANDBAK
FRITS SNIPS
DONEREN?

Pagina Verversen
VOOR NIEUWS EN MEER INFORMATIE! GA NAAR: WWW.SNIPS.NL

 AUTOLYSE
Persoonlijke Noot #17 — (31-07-2017)

Dit is niet klagen, maar gewoon iets wat ik op wil schrijven. Mijn hele schijnbare leven heeft het schrijven me altijd ‘verder’ geholpen, dus laat ik het daarvoor maar blijven gebruiken. Dit is vanzelfsprekend ‘persoonlijk’, dus je mag het lezen, maar het hoeft niet.

Vroeger dacht ik, net als iedereen, dat ik, de aarde en het universum echt bestond. Ik geloofde dat ik één leven had en dat ik er na mijn sterven niet meer zou zijn. Ik geloofde dat, als ik iets wilde doen, ik dit nu in dit leven moest doen en ik geloofde dat alles wat een mens op aarde deed, op één of andere manier van belang was voor de tijd die na die mens kwam.

O ja, ik geloofde ook dat tijd bestond en dat geschiedenis lineair was. Wat automatisch inhield dat alles wat ik deed in mijn leven van invloed was op de tijd na mij. Het hoefde niet per se van grote invloed te zijn, maar het had invloed. Zoals Bram Vermeulen schreef:
“Ik heb een steen verlegd, in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.
Ik leverde bewijs van mijn bestaan.
Omdat, door het verleggen van die ene steen,
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.”
Kortom: ik had enige motivatie om iets te doen met mijn tijd op aarde. Die motivatie is nu weg omdat ik — zoals men in sommige kringen zo treffend zegt — ik gestorven ben tijdens mijn leven. Dit houdt in dat ik nu weet dat ik niet besta, dat de wereld niet bestaat, dat het universum niet bestaat, dat tijd niet bestaat en dat niets er toe doet… anders dan in de illusie van de Droomstaat, die, vanzelfsprekend, ook niet bestaat.

Poëtisch gezien heeft mijn zoektocht er toe geleid dat ik zie dat hetgeen ik dacht te zijn nooit heeft kunnen bestaan en daardoor alsnog symbolisch is gestorven. Hierdoor is het illusionaire lichaam leeg achtergebleven en zweefde ‘de gedacht aan mij’ lichaamloos rond in ‘voor altijd niets’. Schijnbaar zoeken die twee elkaar weer op, ook al is het niet meer een optie of een mogelijkheid om ‘ik in een lichaam’ ooit nog serieus te nemen.

In het verleden deed ik iets, leefde ik niet extreem maar redelijk actief, omdat ik dacht dat het ergens toe leidde. Ik dacht dat het van belang was en een goed idee. Nu doe ik alleen iets wanneer er een schijnbare noodzaak ontstaat, wat verrassend weinig gebeurt, waardoor ik in feite zelden iets doe. Ik verveel me vaak, maar voel geen noodzaak om iets te verzinnen om die verveling tegen te gaan, omdat alles wat ik verzin geen noodzaak is.

Heel af en toe verlang ik wel eens terug naar de tijd dat ik gewoon nog geloofde dat ik bestond, de aarde bestond, het universum bestond en alles wat ik deed er tot op een bepaald klein niveau toe deed. Maar er is geen weg terug. Je kunt niet meer iets geloven wanneer je gezien hebt dat het niet waar is… dat is het risico, of eigenlijk de zekerheid, van wakker worden.

Het lukt me om mezelf wijs te maken dat dit allemaal enigszins waar is, wanneer ik bij voorbeeld met iemand anders samen ben om iets te doen.  Dit is veelal op instigatie van die ander, aangezien ik geen noodzaak meer ervaar om iets te ondernemen. Ik houd dat slechts korte periodes, een paar uur, een avondje of een middagje hoogstens, vol en dan ontstaat er al weer storing en breekt de realiteit van ‘voor altijd niets’ door de kieren van mijn tijdelijke opschorting van ongeloof.

Zonder een directe noodzaak doe ik vrijwel niets, en als ik vrijwel niets doe, dan verveel ik me. Daar is op zich niets mis mee, maar het leek me een goed idee om dat eens op te schrijven.