VOOR NIEUWS EN MEER INFORMATIE! GA NAAR: WWW.SNIPS.NL
CONSPIRACY
De Begintijd
In het begin was er niets... en dit niets was alles. Gigantisch
groot en tegelijkertijd slechts een punt. Er was geen trilling alleen
rust. Er was alleen vrede en alleen maar zijn. Alles was 1, maar dat 1
kon zichzelf niet aanschouwen of ervaren, omdat het 1 alles en niets was.
Het 1 verveelde zich en bedacht creatie. Het bedacht een fysiek en tastbaar
iets. Deze gedachte was zo explosief dat er een grote ontploffing plaatsvond
waardoor het 1 in miljarden deeltjes uiteenspatte. Hiermee was een universum
ontstaan. Maar het 1 bleef ook het 1, en was tegelijk die miljarden deeltjes
– als een holografische afbeelding dat in stukken is gebroken en
in elk stuk de volledige afbeelding laat zien, zoals elke cel van ons
lichaam alle informatie bevat om een nieuw lichaam te bouwen.
Het 1 creëerde tegenstellingen, om toch iets te kunnen aanschouwen
en ervaren. Goed en kwaad, zwart en wit, leven en dood. Het creëerde
alles wat het maar wilde. Maar de creaties, aapachtigen en bomen en beesten
en zee en aarde, begonnen te geloven dat zij echt waren. Zij geloofden
dat hun omgeving echt was, dat zwart echt zwart was en dat wit echt wit
was, dat er na het leven de dood kwam en dat de dood ook echt de dood
was. De meer ontwikkelde creaties begonnen dingen uit te vinden, begonnen
zelf te creëren. Sommige creaties maakten mooiere dingen, duurdere
dingen, snellere dingen. Andere creaties begonnen te willen wat anderen
hadden, er ontstond afgunst en de creaties geloofde dat afgunst echt afgunst
was.
Er ontstonden oorlogen en veldslagen om zaken die eigenlijk alleen maar
een gedachte waren geweest van het 1. De creaties waren echter vergeten
dat ook zij het 1 waren, ze geloofden dat het allemaal echt en tastbaar
was en dus ook levensbedreigend. Ze begonnen elkaar te bevechten met steeds
grotere wapens totdat de wereld waarvan zij dachten dat hij echt was volledig
ten onder ging. Een paar creaties overleefden en vlogen weg in hun vliegmachines,
andere overleefden en vielen terug in armoede en hadden niets meer. Zij
werden weer die aapachtigen, vanaf het begin de meest ontwikkelde van
de creaties.
Na een tijd kwamen de gevluchte creaties weer terug op aarde, zij hadden
zich in de loop der tijd nog meer ontwikkeld en hadden nieuwe dingen geleerd.
De aapachtigen waren echter vergeten dat zij vroeger ook dat soort creaties
waren. De aapachtigen wilden niet zoveel te maken hebben met de teruggekomen
creaties. De aapachtigen hadden alleen maar honger en zochten gewoon hun
voedsel.
De teruggekomen creaties kwamen weer leven op de aarde en deden aan mijnbouw.
Zij delfden goud voor hun vliegmachines en hun huizen. Dat was zwaar werk
en zij wilden graag slaven hebben die het goud uit de grond konden halen.
Een wetenschapper, Enki, de broer van koning Enlil, kreeg de taak toegewezen
om de aapachtigen te kruisen met de teruggekomen creaties, en om via het
klonen deze hybride creaties te verbeteren. Na veel missers werd uiteindelijk
de eerste Adamo gecreëerd, en niet veel later een tweede en nog veel
meer. Het was een hoop werk, dat maken van Adamo's, en de Adamo's
konden zichzelf niet voortplanten zoals de "goden" (zoals Koning
Enlil, wetenschapper Enki en hun onderdanen werden genoemd) dat wel konden.
Na lang klussen kreeg Enki, de wetenschapper, het voor elkaar om een vrouwelijke
Adamo te maken die vruchten kon baren, die zich kon voortplanten. Enki
de wetenschapper voelde zoveel affectie voor zijn vrijwel perfecte creaties,
die bijna "als goden" waren, dat hij ze begon te onderwijzen.
Hij gaf hen "fruit van de boom der wijsheid" en gaf hen daarmee
vrije wil om te gaan en staan waar zij wilden, om zelf te beslissen over
de toekomst. Koning Enlil was woedend en begon een oorlog om zijn broer,
Enki de wetenschapper, te verdrijven. Enlil noemde Enki een slang, een
satan, een duivel, en verdreef hem van de aarde. Koning Enlil was zo kwaad
dat hij in zijn woede zijn eigen imperium verwoeste en de Adamo's
die een vrije wil hadden geen keuze liet: zij moesten het "paradijs"
verlaten.
Koning Enlil en zijn "goden" zagen in dat zij de Adamo's
niet meer konden overheersen, zij vermomden zichzelf en begonnen de Adamo's
te manipuleren. De Adamo's hadden inmiddels samenlevingsvormen opgebouwd
die zij "maatschappijen" noemden, de Adamo's probeerden
iets te maken van hun verkregen vrijheid. Koning Enlil en zijn "goden",
maar ook de nakomelingen van Koning Enlil en zijn "goden", infiltreerden
de Adamo-gemeenschap en namen zo langzaam aan een grote machtspositie
in. En straks, als zij alle macht naar zich toe hebben getrokken, maken
zij zich weer bekend. Dan zeggen ze: "hallo, wij zijn het, de 'goden'
van toen, en nu zijn wij weer de baas en nu zijn jullie weer de slaven."
En al die tijd zijn de "goden" en de Adamo's vergeten
dat zij allemaal het 1 zijn. Het 1 dat zichzelf zo frustreerde dat het
ontplofte in miljarden deeltjes. En de "goden" en de Adamo's
zijn ook vergeten dat ze alles om zich heen hebben verzonnen, dat het
eigenlijk alleen maar een spelletje was om eens een keer iets te kunnen
ervaren, omdat het 1 het "alles en niets zijn" toch wel een
beetje saai begon te vinden.
Dom hè?
|