VOOR NIEUWS EN MEER INFORMATIE! GA NAAR: WWW.SNIPS.NL
NONDUALITEIT
Materie versus
ziel
Wetenschappers hebben vrijwel het gehele
lichaam van de mens onderzocht. Elk deeltje, elke cel van elke spier tot
aan de hersenen hebben ze omgeploegd, maar ze hebben niets gevonden dat
lijkt op een ziel. Niets per onderzocht persoon gevonden dat lijkt op
een cluster aan cellen dat zou kunnen duiden op "karakter",
niets dat duidt op een observator. Wij observeren inherrent aan ons karakter
en toch wordt er nergens in ons lichaam een observator of karakter gevonden.
Dankzij de wetenschappers weten we het nu: we hebben geen ziel, geen
geest, geen plaats waar ons karakter zich bevindt en er is dus niet
zoiets als een observator. Het lichaam is een organische machine die
wordt bestuurd door een bestuurder in de vorm van hersenen en een motor
in de vorm van een hart. Alles wat ons lichaam doet, elke reactie van
een lichaamsdeel, is het gevolg van chemische stoffen. Dit is allemaal
echt waar: ons lichaam is een machine en die machine werkt vrijwel automatisch.
Maar waar komt dat stemmetje dan vandaan dat we horen wanneer het niet
zo goed uitpakt? Dat stemmetje dat zegt: "mmh, dat moet ik volgende
keer toch anders aanpakken"? Een wild dier stopt niet even om
haar daden te evalueren en te bekijken waar het fout is gegaan –
"ooh, daarom heb ik die antilope niet gevangen - volgende keer
beter". Wij mensen doen dat wel. Wij zien onzelf iets doen en
denken meteen te weten of het goed danwel fout is.
Dat is ons geweten, zegt de wetenschap. Edoch, dat geweten kan evenmin
gelokaliseerd worden – net als karakter, observator, geest en
ziel niet gelokaliseerd kunnen worden. Er is niet een plek in onze hersenen,
hart of lichaam, dat wij kunnen aanwijzen als de plaats waar ons geweten
zit. Het is niet zichtbaar en dus niet aanwezig. Want zo werkt de wetenschap;
als de ziel niet bestaat omdat hij niet zichtbaar is, dan bestaat ons
geweten ook niet… x+y=z. Je moet wel consequent blijven wat dat
betreft.
Hierdoor zitten we met een probleem. We hebben namelijk allemaal het
gevoel dat we een "ik" zijn, alleen die "ik"
is nergens te vinden. DNA levert een blauwdruk voor hoe het lichaam
en de hersenen er uitzien en waartoe zij in staat zijn, maar nergens
geeft DNA aan hoe het karakter moet zijn of hoe deze specifieke organische
machine de omgeving zal observeren. Ook in de DNA is er geen blauwdruk
voor de ziel, de geest, het karakter, de observator of de "ik".
En toch zal niemand ontkennen dat we een karakter hebben en een "ik"
zijn.
Wij zien het lichaam, onszelf, als zijnde "vaste vorm",
oftewel "materie". Wij bestaan, zijn werkelijk, omdat we
ons kunnen aanraken (zelfs het uitgaan van "ik kan het aanraken,
dus het bestaat" is weerlegbaar, omdat de elektronen van je lichaam
en de elektronen van het onderwerp elkaar afstoten en elkaar zodoende
nooit raken. Het voelt als aanraking, maar in feite raakt niemand ooit
iets aan).
Als
je kijkt naar wat materie is, dan zitten we al snel met een nieuw probleem:
"Materie bestaat niet uit een substantie. Bekijk maar eens
een atoom. We zien een atoom als een soort harde bal. Maar eigenlijk
zit er een klein puntje heel dichte materie in het midden met daaromheen
een soort pluizige wolk van elektronen die komen en gaan.
Maar ook dat klopt niet. Ook de kern waarvan wij denken dat die vast
is bestaat dan weer wel en dan weer niet, net als de elektronen. Je
kunt alleen over deze onwerkelijke materie zeggen dat het een soort
gedachte is, een geconcentreerd stukje informatie."
(bron: "what the bleep do we know")
Er is geen wetenschapper die het bovenstaande zal weerspreken, los van
de laatste zin, dan gaan ze weer steigeren. Uit het bovenstaande kunnen
we opmaken dat niet alleen de ziel niet bestaat, maar dat het lichaam
voornamelijk lege ruimte is met een paar substantiële vormen die
er dan wel zijn en dan niet. Kortom: puur wetenschappelijk bekeken kan
er niet zoiets bestaan als een lichaam. Ook de hersenen zijn opgebouwd
uit dezelfde "materie" als het lichaam en kan dus ook niet
bestaan als vaste vorm. Juist omdat we het lichaam en de hersenen kunnen
zien en vasthouden, nemen we aan dat het bestaat – maar uiteindelijk
bestaat het alleen als leegte, het is niets gevuld met iets dat er dan
wel en dan niet is, en dat is wat de wetenschap heeft vastgesteld na jaren
van onderzoek. Conclusie: de mens als zodanig kan, gezien de uitkomsten
van de onderzoeken, niet bestaan als vaste vorm.
En toch zijn we hier allemaal in een vorm die wij "vast" noemen.
Hoe kan dat? Wat zien we over het hoofd?
Wat we over het hoofd zien is de mogelijkheid dat, zoals hierboven al
is gesteld, de materie (alle materie) een "soort gedachte is, een
geconcentreerd stukje informatie". Ons lichaam is geconcentreerde
informatie, een tot vaste vorm verworden gedachte. Alle materie, alles
om ons heen, is geconcentreerde informatie - een tot vaste vorm verworden
gedachte. Wat of wie heeft het dan bedacht, wiens informatie is het dat
is geconcentreerd? Dat is wat sommige mensen "de ziel" noemen.
Anderen noemen het "de geest", of "de bron", of
"God". Hoe je het noemt, doet er niet toe, want hoe dan ook
zijn wij het die het hebben bedacht. Wij, onze "ik", hebben
alles bedacht, en alles bestaat uit tot vaste vorm verworden gedachten,
een holografische voorstellingen, geconcentreerde stukjes informatie.
Nu zijn er mensen die hoofdschuddend zullen roepen dat ik er weer niets
van begrepen heb, voor deze "slimme" mensen de volgende vraag:
Hoe kun je iets opbouwen tot vaste vorm als de bouwstenen
bestaan uit lege ruimte gevuld met elektronen die dan weer wel en dan
weer niet zichtbaar zijn en een kern die dan weer wel en dan weer niet
zichtbaar is?
(een versimpelde versie van de vraag is: hoe bouw je iets op met niets
dat gevuld is met iets dat soms niet aanwezig is?)
|