VOOR NIEUWS EN MEER INFORMATIE! GA NAAR: WWW.SNIPS.NL
NONDUALITEIT
De Illusie Voor
Dummies — (17-7-09)
Je bent hier.
Je bent de enige die hier is, want waar je bent is alleen maar eenheid.
Je bent hier en je bent alles. Laten we je "God" noemen.
Binnen dat alles, die Eenheid, dat God, ontstaat er een gedachte ter grote
van een stofje op een voetbalveld (eigenlijk nog kleiner, maar dan zouden
we het niet zien). Die gedachte bestaat simpel gezegd uit het volgende:
En dat stofje denkt weg te kunnen gaan van God, dat stofje denkt dat het
een eigen God kan zijn en kan creëren. Al snel wordt duidelijk dat
dit stofje daartoe niet in staat is en dat stofje gaat zich ongemakkelijk
en schuldig voelen.
Het stofje kan niet zomaar met hangende pootjes teruggaan naar God, want
dan moet het stofje toegeven dat het niet zonder God kan functioneren.
Bovendien zou God wel kwaad zijn op het stofje, zo redeneert het stofje,
want het stofje heeft in feite tegen God gezegd:
Om de schuld te verdoezelen en te kunnen projecteren en afschuiven op
iets anders, gaat het stofje van alles creëren. Het stofje maakt
een universum met daarin allemaal planeten, waaronder een aarde waarop
het stofje allemaal evenbeelden van zichzelf projecteert. Een hele wereld
vol met projecties van schuld.
Die afzonderlijke projecties denken allemaal dat ze los staan van de ander,
omdat het stofje —dat hen naar zijn evenbeeld heeft gemaakt—
denkt dat het losstaat van God.
En die afzonderlijke projecties denken allemaal dat ze schuldig zijn aan
iets, omdat het stofje —dat hen naar zijn evenbeeld heeft gemaakt—
denkt dat het schuldig is aan iets.
En die afzonderlijke projecties projecteren en schuiven allemaal hun schuld
af op al die andere afzonderlijke projecties, omdat het stofje —dat
hen naar zijn evenbeeld heeft gemaakt— zijn schuld projecteert en
afschuift.
En dat is waarom het op aarde nooit vrede kan zijn.
Het enige wat het stofje, in al zijn arrogantie, over het hoofd ziet,
is dat God het stofje nooit heeft zien denken:
En God heeft het stofje nooit horen zeggen:
En God heeft het stofje nooit zien weggaan, want God weet dat het fysiek
en geestelijk onmogelijk is om los te komen van God; dat zou namelijk
inhouden dat God geen Eenheid meer is en dat is nu precies wat God altijd
een eeuwig is: ondeelbare Eenheid.
Het stofje heeft zich nooit afgescheiden van God, omdat dit niet mogelijk
is, en het stofje heeft nooit afzonderlijke projecties gecreëerd,
omdat dit niet mogelijk is.
Uiteindelijk blijkt het een boze droom te zijn van het stofje, en als
het stofje straks wakker wordt zal het zien dat er nooit iets is gebeurd
en dat alles nog precies is zoals het altijd is geweest, omdat het nooit
kan veranderen.
Je bent nog steeds hier:
Eeuwig en ondeelbaar.
(geintje)
|