'Dat' — (3/8/2011);

Er is 'Dat' en 'Dat' is alles. In 'Dat' verschijnt het Universum in en met al zijn vormen. Het is dus niet zo dat er een Universum is waarin 'Dat' in al zijn vormen verschijnt, er is alleen maar 'Dat' waarin alles verschijnt. Ook de Aarde met al zijn levensvormen verschijnt in 'Dat' en ergens tussen 'Dat' en het verschijnen van de vorm 'Mens' is er een schijnbare 'Ik' (het Ego) ontstaan die zich niet bewust is—of zich niet meer bewust is—van 'Dat' als zijn bron.

Omdat het Ego zich in de steekgelaten voelt, of het idee heeft opgevat dat het op zichzelf staat, moet Ego zich groter maken dan het is. Vandaar dat de vorm 'Mens' zichzelf ziet als de kroon op de schepping, het meesterwerk van één of andere God, terwijl het tegendeel juist waar is. Ieder andere vorm op aarde hoeft zich namelijk nooit af te vragen wie of wat hij is, of moet zich bewijzen tegenover iets anders. Een boom, een mier, een slak, 'weet' van nature wie of wat hij is—namelijk, een deel van 'Dat' wat alles is—, terwijl de 'Mens' zichzelf steeds moet bekrachtigen, verantwoorden, bewijzen en/of zoeken.

De 'Ik' is een misvatting, de 'Ik' bestaat niet, en wanneer dat gezien wordt, is de vorm 'Mens' weer niets meer en vooral niets minder dan een verschijning in de vorm van een 'Mens' in 'Dat' wat alles is. In zekere zin is de 'Mens', net als alle andere vormen, hetzelfde als 'Dat', omdat alles in 'Dat' verschijnt. Er is niets meer dan 'Dat' en alles verschijnt in 'Dat' en daarom is alles 'Dat' en is 'Dat' alles.

Ik gebruik het woord 'Dat' omdat dit voor mij het beste werkt. In feite is 'Dat' niet te omschrijven omdat 'Dat' het begin en het einde is; het eerste en het laatste; de alfa en de omega. Hoe omschrijf je 'alles'? Nou, niet dus! Je zou het ook 'God' kunnen noemen, als je dat wilt, zolang je niet de fout maakt te denken dat 'God' iets tastbaars of een vorm buiten ons is die op ons neerkijkt en ons stuurt, want 'God'—of 'Dat'—is onaantastbaar en vormloos en wij zijn er een niet los te maken en los te zien deel van. Sterker: wij zijn 'God'—of 'Dat'—omdat alles 'God'—of 'Dat'—is.

Hebben we iets aan deze kennis? Nee, we hebben er helemaal niets aan; en toch is het zo.

INHOUD