Vanuit een verlicht perspectief geschreven nadat 
          de anonieme auteur ervan overtuigd was dat hij na zijn succesvolle trilogie 
          over verlichting nooit meer een pen op papier zou zetten. Nadat hij 
          een televisieprogramma zag over de deeltjesversneller van Cern, waarmee 
          de wetenschap een theorie van alles hoopt te ontdekken, begon tot Jeds 
          eigen verbazing het schrijfvirus weer op te spelen.
          
          'Ja, ja,' hoor ik je denken, 'maar wat heb ik nu, 
          op dit moment, aan een theorie van alles? Mijn situatie is dat ik geen 
          bal weet en dood zal gaan. Het kan me niet schelen wat de toekomst belooft. 
          Het kan me niet schelen waar we naar toe gaan of wat ons in de volgende 
          eeuw te wachten staat. Ik wil helemaal niet gelukkig zijn of stralen 
          van vreugde, ik wil alleen niet langer een zak zijn. Ik wil ophouden 
          met slaapwandelen, eindelijk mijn ogen open doen en zien wie, wat en 
          waar ik werkelijk ben.' 
          
          En wat is nu het antwoord? Zal dit boek jou van het ene paradigma in 
          het andere slingeren? Nee, absoluut niet. Je zult er zelfs niet interessanter 
          door lijken op feestjes. Je zou je zelfs een nominatie voor dorpsgek 
          op de hals kunnen halen, dus doe je er sowieso verstandig aan het voor 
          je te houden.