In dit boek staat de vraag 'Wie ben ik?' volledig 
          centraal. Niet als vraag naar een persoonlijke invulling, zoals een 
          talent of karaktereigenschap, maar als onderzoek naar de diepste grond 
          van datgene wat wij beleven als 'ik', de ware natuur ervan.
          
          Ramana Maharshi wijst ons met deze vraag naar de wortel van onze hele 
          psychische inhoud, van al onze persoonlijke verwikkelingen. Wie of wat 
          is het die al onze persoonlijke belevenissen kan opmerken? Het als bekend 
          veronderstelde 'ik' wordt door de vraag losgemaakt van zijn zogenaamde 
          vertrouwde aspecten.
          
          Wanneer de vraag wordt toegelaten zonder een mentaal antwoord te verwachten, 
          blijken deze aspecten in feite niet echt 'ik' te zijn, maar eigenschappen 
          die er steeds tijdelijk opgelegd zijn, en die nu zijn weggevallen. Wat 
          dan opgemerkt kan worden is dat 'ik', in de ware zin van het woord, 
          zonder deze opgelegde en houvast biedende eigenschappen, volkomen puur 
          is, continu nieuw, op niet te bevatten wijze licht schenkend vanuit 
          zichzelf. Ramana Maharshi noemt dit 'ik, Ik', en ook wel 'het Oog van 
          het oog'. Het is louter Zijn, louter Bewustzijn, louter Vrede, permanent 
          aanwezig.